Internationale Vrouwendag:

0
514
Prof. dr. Josette Dijkhuizen:

KVK meet vrouwelijk ondernemerschap in Nederland

GOOI – Naar aanleiding van Internationale vrouwendag op maandag 8 maart besteedt de Kamer van Koophandel (KVK) aandacht aan vrouwelijk ondernemerschap in Nederland: Hoe doet Nederland het op het gebied van vrouwelijk ondernemerschap? In welke leeftijdscategorieën springen vrouwelijke ondernemers er uit, waar zijn ze minder zichtbaar? In welke sectoren zien we deze vrouwelijke ondernemers? En welke ontwikkelingen zien we in de groep starters?

Samen met prof. dr. Josette Dijkhuizen, honorair hoogleraar ondernemerschapsontwikkeling aan Maastricht School of Management en zelf ondernemer, zoomt KVK in op deze facetten van vrouwelijk ondernemerschap in Nederland.

Gestage groei

In absolute zin is het aantal vrouwelijke ondernemers de afgelopen vijf jaar toegenomen. Stonden er in het eerste kwartaal 2016 nog 519.613 vrouwelijke ondernemers ingeschreven in het Handelsregister van KVK, dit aantal is gestaag gestegen tot 667.876 op 1 januari 2021. Dat is een toename van 29%. Ook het relatieve aandeel vrouwelijke ondernemers nam toe. Waren in het eerste kwartaal van 2016 nog 35 van de honderd ondernemers vrouw, in het eerste kwartaal van 2021 was dat percentage gestegen tot 37.

Zakelijke dienstverlening

Het aantal vrouwelijke ondernemers in de afgelopen vijf jaar dus gestegen met 29%. Hoe was dit aantal per sector verdeeld en welke ontwikkelingen hebben we waargenomen?
De sectoren waar de meeste vrouwelijke ondernemers in opereren zijn de afgelopen vijf jaar niet veranderd. De meeste vrouwen zijn werkzaam in de ‘zakelijke dienstverlening’ (24%, vrijwel constant over de periode heen), ‘gezondheid’ (17% op 1 januari 2016 en 19% op 1 januari 2021) en ‘persoonlijke dienstverlening’ (13% op 1 januari 2016 en 12% op 1 januari 2021). We zien we in de cijfers het aantal vrouwelijke ondernemers in de sector ‘detailhandel’ gestaag teruglopen van 13% (2016 Q1) naar 11% (2020 Q1). De verdeling van de vrouwelijke ondernemers in de overige sectoren blijft over deze periode nagenoeg gelijk.
“Nog steeds is het beeld dat vrouwen alleen werkzaam zijn in de sector ‘persoonlijke dienstverlening’, zoals schoonheidsverzorging en haarverzorging, maar het is goed om dat te nuanceren”, aldus prof. dr. Josette Dijkhuizen. “Van alle ondernemers in deze sector is weliswaar het leeuwendeel vrouw, maar binnen de gehele groep vrouwelijke ondernemers is er maar 12% van hen in deze sector actief.”

Noord Holland

Hoewel voor alle provincies geldt dat het aantal vrouwelijk ondernemers – als percentage van het aantal inwoners – de afgelopen vijf jaar is toegenomen, zijn er zeker verschillen te zien tussen de afzonderlijke provincies. Koplopers zijn Noord Holland die van 3,9% in 2016 naar 4,9% procent vrouwelijke ondernemers in 2021 gaat, en Utrecht dat het aantal vrouwelijk ondernemers zag toenemen van 3,6% in 2016 naar 4,3% in 2021. Ook bij de starters zijn deze twee provincies koplopers. Onderaan de ranglijst vinden we Overijssel, Groningen en Limburg. Overijssel groeide in aantal vrouwelijke ondernemers op de bevolking van 2,6% naar 3,2%, Groningen zag het percentage oplopen van 2,6% naar 3,2% en Limburg ging van 2,7% naar 3,2%.

Jonge starter

Binnen de groep starters is het interessant om te kijken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen binnen diverse leeftijdscategorieën. Het aandeel vrouwen in de totale groep startende ondernemers blijft over de jaren 2016 tot 2020 (gemeten in laatste kwartaal) nagenoeg gelijk over de cohorten. Het valt daarbij op dat het aandeel vrouwen in de groep starters snel oploopt van 26% (dus 74% mannelijke starters) in de categorie tot 19 jaar in het laatste kwartaal van 2020, naar 34% in de categorie 20 t/m 24 jaar, met een verdere stijging van het aandeel tot 50 jaar. Dan daalt het aandeel van vrouwen in de totale groep starters. Vooral de jonge vrouwen blijven dus nog achter op hun mannelijke collega’s. “Ik had toch verwacht dat vooral jonge vrouwen in de afgelopen jaren zouden inlopen op de mannelijke starters gezien de opkomst van netwerken van (jonge) vrouwelijke ondernemers en bijvoorbeeld het grote aantal vrouwelijke finalisten bij de FOTY Awards (Freelancer of the Year) dit jaar”, aldus prof. dr. Josette Dijkhuizen.

Middelen en buffers

In de leeftijdscategorie 40 tot 55 jaar is het aantal mannelijke en vrouwelijke starters bijna gelijk. “Wellicht hebben mensen in deze leeftijdsgroep meer vergelijkbare overwegingen om een eigen bedrijf te starten”, aldus prof. dr. Josette Dijkhuizen. “Men heeft dan ruime werkervaring opgedaan en in deze levensfase stelt men de vraag welke dingen men in het leven belangrijk vindt, welke carrière ze voor zich zien en of de huidige positie nog wel voldoet aan de persoonlijke wensen. Veel mannen en vrouwen komen in die periode tot de conclusie dat ze graag werkzaamheden willen verrichten die meer bij ze passen en waar ze hun eigen invulling aan kunnen geven. Daarnaast komen er met werkervaring en zakelijke netwerken ook vaak ideeën voor producten en diensten en zijn er vaak financiële middelen en buffers om te kunnen starten.”

Nieuwe inschrijvingen twintigers

Naast de verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke starters laat een verdieping in de groep vrouwelijke starters nog wel een interessante ontwikkeling zien. Over de jaren 2016 tot 2020 zien we het aandeel van vrouwen in leeftijdscohort 20 tot 30 jaar geleidelijk is toegenomen van 29% in 2016 tot 32% in het eerste kwartaal van 2020, naar uiteindelijk 35% in het vierde kwartaal van 2020. Dijkhuizen: “Een reden voor de extra stijging in het jaar 2020 is waarschijnlijk het gebrek aan baanperspectief hetgeen jonge mensen mogelijk aanzet tot een inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Uit recente cijfers van het CBS blijkt dat jongeren bovengemiddeld hard worden geraakt door de crisis. Jongeren zijn veelal werkzaam in sectoren die door de crisis een groot deel van het jaar gesloten zijn geweest, zoals de horeca en de detailhandel. Sommigen van hen zullen een studie gaan volgen, maar er is ook een groep die nu de sprong waagt naar een eigen bedrijf.”