Krapte op arbeidsmarkt Gooi en Vechtstreek
GOOI – Het aantal WW-uitkeringen in de regio Gooi en Vechtstreek is in november met -3,9 procent sterker gedaald dan het gemiddelde van geheel Nederland (-2,5%). In vergelijking met een jaar eerder is er nog steeds sprake van een regionale afname met 14,9 procent.
Deze afname van het aantal WW-uitkeringen is iets sterker dan de landelijke daling van 14,6 procent. De spanning op de arbeidsmarkt blijft hoog. De arbeidsmarkt in de regio Gooi en Vechtstreek is in het derde kwartaal 2019 net als in bijna alle regio’s in Nederland ‘krap’ te noemen.
Sterke daling
Eind november verstrekte UWV in totaal 3.538 WW-uitkeringen in de regio Gooi en Vechtstreek. In november nam het aantal WW-uitkeringen in Gooi en Vechtstreek ten opzichte van oktober af met 144 (-3,9%). Het WW-percentage, dat is het aantal WW-uitkeringen ten opzichte van de beroepsbevolking, was met 2,6 procent in november 2019 in de regio Gooi en Vechtstreek nagenoeg gelijk aan het landelijk WW-percentage van 2,5 procent. In vergelijking met vorig jaar daalde het aantal WW-uitkeringen in de regio Gooi en Vechtstreek met 619, ofwel 14,9 procent. In geheel Nederland bedroeg de daling het afgelopen jaar 14,6 procent.
Krapte
De spanning op de arbeidsmarkt blijft hoog. De arbeidsmarkt in de regio Gooi en Vechtstreek is in het derde kwartaal 2019 net als in de meeste regio’s in Nederland, m.u.v. Groningen en Drenthe, ‘krap’ te noemen. Het aantal kortdurend werkzoekenden met een WW-uitkering (tot zes maanden) is namelijk relatief beperkt ten opzichte van de geraamde openstaande vacatures. Een jaar eerder kreeg de arbeidsmarkt in Gooi en Vechtstreek nog de typering ‘gemiddeld’. Met ruim 3.700 openstaande vacatures in 2019, was in de regio de vraag naar arbeidskrachten aan het eind van het derde kwartaal een stuk groter dan in 2018. Aan het eind van het derde kwartaal in 2018 stonden er in de regio Gooi en Vechtstreek iets meer dan 3.450 vacatures open.
Spanning
In de arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek had enkel nog de beroepsgroep bedrijfseconomische en administratieve beroepen het afgelopen jaar de classificatie ‘gemiddeld’. Van een ‘gemiddelde’ spanning is sprake wanneer er op globaal niveau een evenwicht tussen het aantal kortdurende werkzoekenden met een WW-uitkering en de geraamde openstaande vraag. De beroepsgroep bedrijfseconomische en administratieve beroepen is inmiddels ook als ‘krap’ aan te merken. Enkel de beroepsgroep managers is nog onveranderd ‘ruim’ te noemen.
Tekorten doen zich vaak voor in specifieke beroepen en zijn onder andere het gevolg van beperkte beschikbaarheid van werkzoekenden met recente werkervaring en van de mismatch tussen functie-eisen en kwalificaties van werkzoekenden. Veel problemen bij het vervullen van vacatures doen zich voor in technische en ICT-beroepen. Binnen de techniek gaat het om beroepen als timmerlieden, automonteurs en technici bouwkunde en natuur. Op ICT-gebied betreft het onder andere developers specifieke toepassingen en programmeurs voor specifieke talen zoals Java en PHP, maar ook applicatie-/ systeem-/ functioneel beheerders. In de meeste sectoren, dus niet alleen in de ICT-sector zelf, is de vraag naar ICT’ers groter dan het aanbod. Ook buiten de sectoren techniek en ICT vormen moeilijk vervulbare vacatures een groeiend probleem.
Spanningsindicator
De UWV Spanningsindicator geeft aan waar op de arbeidsmarkt mogelijk tekorten of overschotten zijn. Dat levert bruikbare inzichten op voor werkzoekenden én werkgevers. Als er bijvoorbeeld voor een bepaald beroep elders een hogere spanning geldt dan in de eigen arbeidsmarktregio, is het voor werkzoekenden verstandig om over de grenzen van de eigen regio heen te kijken en de zoekstraal in die richting te verbreden. Werkgevers kunnen de spanningsindicator juist gebruiken om gebieden te identificeren waar de arbeidsmarkt minder gespannen is en er dus nog kandidaten te vinden zijn voor hun vacatures. Zo helpt de spanningsindicator om kansen op de arbeidsmarkt te benutten.