Verstikstofcrisis
Boze boeren en bouwers verbouwen het Malieveld in Den Haag. Zij staan lijnrecht tegenover de regering in de stikstofaffaire. De veestapel moet gehalveerd, naar schatting 18.000 bouw- en infrastructuurprojecten liggen stil en faillissementen en ontslagen dreigen. Mark Rutte heeft het over de grootste crisis in zijn periode als premier van het land.
En tot overmaat van ramp mocht hij ook nog eens aan het volk gaan uitleggen dat we waarschijnlijk vanaf 1 januari op alle snelwegen overdag niet harder dan 100 kilometer per uur mogen. Hij die breed lachend in 2012 erbij stond toen toenmalige Verkeersminister Melanie Schultz van Haegen het bord met 130 erop onthulde. Een ‘rotmaatregel’ kunnen we lezen op billboards en optekenen uit de mond van Rutte en bijna iedere VVD’er die op de buis kwam. Maar we doen het om de bouw te redden en banen te behouden.
De stikstofcrisis verstikt de maatschappij: een verstikstofcrisis dus. De vraag luidt dan: ”Hoe kon het zover komen?” Maar essentiëler is de vervolgvraag: ”Hoe kunnen we het oplossen?” Al deze kwesties hebben namelijk hun weerslag op de economie.
Laat ik mij bij mijn vakgebied houden: de auto. De impact van de snelheidsverlaging is voor de reisduur en de uitstoot niet heel erg groot, maar wel van symbolische waarde. Het zal even wennen zijn, zeker. Maar in de VS, dat onmetelijk veel groter is dan ons land, mag er ook niet harder gereden worden dan 100 km/uur. De verlaging bevordert bovendien de doorstroming (hopelijk minder files) en is goed voor de veiligheid (minder verkeersdoden).
Natuurlijk kan de elektrische auto een grote rol gaan spelen bij het terugdringen van de uitstoot van schadelijke stoffen. In 2020 is de keuze weer een stuk groter en komen er opvallend veel kleinere en dus meer betaalbare bij. Dan is het niet echt handig, om het maar eufemistisch uit te drukken, dat de fiscale bijtelling van stekkerauto’s de komende jaren steeds verder wordt verhoogd. Maar er zullen ook manieren gevonden moeten worden om de elektrische auto voor particuliere autobezitters aantrekkelijk te maken. Daarnaast zou het helpen om oude, sterk vervuilende (diesel)auto’s van de weg te krijgen middels bijvoorbeeld een inruilsubsidie. Alle kleine beetjes helpen.