GOOI – In maart nam het aantal toegekende WW-uitkeringen in Gooi en Vechtstreek opnieuw licht af ten opzichte van de vorige maand. In de arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek telde UWV in maart 4.543 WW-uitkeringen. Dit is een daling van 0,3% ten opzichte van februari. Landelijk daalde het aantal WW-uitkeringen ook licht. In de regio zijn, ondanks de toegenomen werkloosheid onder mensen met een klantcontactberoep, voor deze werkzoekenden nog steeds kansen op werk. De gevraagde functie-eisen nemen wel toe.
Het aantal WW-uitkeringen in de arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek nam in maart weer iets af. Eind maart 2021 verstrekte UWV hier in totaal 4.543 WW-uitkeringen. Dat waren er 12 minder dan een maand eerder. Landelijk daalde het aantal verstrekte WW-uitkeringen ook licht. In vergelijking met vorig jaar steeg het aantal WW-uitkeringen in de regio Gooi en Vechtstreek met 779, ofwel 20,7%. In heel Nederland was de toename afgelopen jaar 12,7%.
Het aantal WW-uitkeringen daalde in maart in 8 van de 19 bedrijfssectoren. De grootste absolute dalingen kwamen voor in de horeca (-32 uitkeringen) en de overige commerciële dienstverlening (-26 uitkeringen). In veel sectoren was nauwelijks sprake van een wijziging in de aantallen. Vanuit de groothandel kwamen er in de afgelopen maand relatief de meeste WW-uitkeringen bij (+18 uitkeringen). Het WW-percentage, dat wil zeggen het aantal WW-uitkeringen ten opzichte van de beroepsbevolking, bleef met 3,3% gelijk aan dat van vorige maand. Hiermee lag dit percentage in de arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek ook in maart boven het landelijk gemiddelde. Het WW-percentage voor geheel Nederland daalde iets en kwam uit op 3%.
Grote impact
Het aantal WW-gerechtigden dat op zoek is naar klantcontactwerk is sterk gestegen en het aantal vacatures is gedaald. Dit heeft in het algemeen geleid tot een hogere instroom in en lagere uitstroom uit de WW. Maar omdat klantcontactfuncties niet gebonden zijn aan een bepaalde bedrijfssector en de ene sector harder geraakt is door de coronacrisis dan de andere, zijn er ook kansen.
Zo ziet het UWV aan de ene kant een tendens om standaard klantvragen af te vangen door inzet van online kanalen. Sommige bedrijven hebben mede door de coronacrisis innovaties in digitale contactkanalen versneld om de druk op de uitvoering te verlichten. Aan de andere kant is er in de samenleving een groei van ‘dienstverlening op afstand’ (zoals bijvoorbeeld een toename van e-commerce/webshops, ‘mijn omgeving’ bij energieleveranciers, overheid, gezondheidszorg), waardoor het klantcontact werk eerder meer dan minder wordt. Al met al is de verwachting gerechtvaardigd dat standaardvragen in toenemende mate via de website, e-mail of apps worden beantwoord. Voor de meer ingewikkelde vragen of klachten blijft menselijke tussenkomst noodzakelijk. Dit betekent dat van medewerkers klantcontact steeds meer wordt verwacht op het gebied van kennis en vaardigheden.
De daling op de regionale vacaturemarkt is duidelijk terug te zien in de eerste helft van 2020. In Gooi en Vechtstreek liep het aantal vacatures voor beroepen zoals klantcontactmedewerkers inbound, medewerkers klantenservice, teamleiders klantenservice en klantcontactmedewerkers outbound terug met 30% (van 71 naar 50 vacatures).
Kansen voor medewerkers klantcontact liggen met name in sectoren waar in de coronacrisis juist extra werk is ontstaan, zoals bij online retail bedrijven en bij de GGD’en. Ook bij de overheid nam de vraag naar klantcontactmedewerkers toe in verband met de uitvoering van de crisisdienstverlening (zoals NOW en TOZO). Tot slot is er ook in de bankensector een groeiende behoefte aan medewerkers klantcontact. Het is wel goed om hierbij in het oog te houden dat om bij een bank als medewerker klantcontact aan de slag te gaan, minimaal een WFT-basisdiploma (Wet Financieel Toezicht) vereist is.